Islambronnen

< En voor zeker, Musa is tot jullie gekomen met duidelijke bewijzen, waarop jullie het kalf (ter aanbidding) namen nadat hij was weggegaan. En jullie waren onrechtplegers. > Q. 2:92

 

< En zij hebben Allah niet waarheidsgetrouw ingeschat, toen zij zeiden < Allah heeft niets aan de mens doen neerdalen. > Zeg (O Muhammed) < Wie zond de Schrift dan neer die Musa als licht en als leiding naar de mensen geeft gebracht? Jullie maken er een perkament van om te laten zien, maar jullie verbergen er veel (van). Er wordt jullie in geleerd wat jullie niet geleerd was, noch jullie vaderen. > Zeg < Allah (zond het neer). > En laat hen zich dan vermaken met hun ijdele praat. > Q. 6:91

 

< Is hij (niet beter) die op een duidelijk bewijs van zijn Heer steunt en die een getuige van Hem volgt > En hiervoor was er de Schrift van Musa, als Leiding en Barmhartigheid. Zij zijn degenen die er in geloven en wie er niet in gelooft van de bondgenoten: de Hel is zijn aanzegging. Twijfel daarom hier niet aan: voorwaar, het is de Waarheid van jouw Heer, maar de meeste mensen geloven het niet. > Q.11:17

 

Het verhaal van Musa a.s., Musa a.s. tegenover Firaun (de farao)

< Daarna zonden Wij na hen Musa en Haroen tot Firaun en zijn vooraanstaanden met Onze Tekenen, waarop zij hoogmoedig werden. En zij waren een misdadig volk. Toen dan de Waarheid van onze Zijde tot hen gekomen was, zeiden zij < Voorwaar, dit is zeker duidelijke tovenarij. > Musa zei < Spraken jullie de waarheid toen die tot jullie kwam > is dit tovenarij, terwijl de tovenaars niet winnen? > Zij zeiden < Ben jij tot ons gekomen om ons af te brengen van dat (pad van de afgoderij) waarop wij onze vaderen aantroffen en opdat de macht op aarde voor jullie (Musa en Haroen) zou zijn? Maar wij geloven jullie niet. > En Firaun zei < Brengt mij alle vakkundige tovenaars. > Toen dat alle tovenaars waren gekomen, zei Musa tot hen < Werpt dat wat jullie (willen) werpen. > Toen zij dan hadden geworpen, zei Musa < Wat jullie hebben gebracht is tovenarij, voorwaar Allah zal het teniet doen. Voorwaar, Allah laat de werken van de verderfzaaier niet voortbestaan. > En Allah vestigt de Waarheid met Zijn Woorden, ook al hebben de misdadigers er een afkeer van. Toen geloofde niemand Musa, behalve (enkele) jongelingen van zijn volk, ondanks zij vreesden dat Firaun en zijn vooraanstaanden hen zouden vervolgen. En voorwaar, Firaun was zeker een onderdrukker in het land: en voorwaar, hij behoorde zeker tot de buitensporige. En Musa zei < O mijn volk, als jullie in Allah geloven, stelt dan jullie vertrouwen op Hem, als jullie je hebben overgegeven (aan Allah). > Toen zeiden zij < Op Allah hebben wij ons vertrouwen gesteld, Onze Heer, maak ons een voorwerp van vervolging door het onrechtplegende volk. En red ons door Uw Barmhartigheid van het ongelovige volk. > En Wij openbaarden aan Musa en zijn broeder < Bouwt voor jullie volk huizen in Egypte en maakt van jullie woningen gebedshuizen en onderhoudt de salaat en verkondigt een verheugende tijding aan de gelovigen. > En Musa zei < Onze Heer, voorwaar, U heeft Firaun en zijn vooraanstaande versieringen en bezittingen tijdens het wereldse leven gegeven. Onze Heer, daardoor hielden zij (de mensen) af van Uw Pad. O Heer, vaag hun bezittingen weg en verhardt hun harten zodat zij niet geloven totdat zij de pijnlijke bestraffing zien. > Hij (Allah) zei < Waarlijk, Ik heb jullie smeekbede verhoord. Blijft daarom (op het rechte Pad) en volgt niet de weg van degenen die niet weten. En wij brachten de Kinderen van Israël over de zee, waarop Firaun en zijn legers hen volgden uit tirannie en vijandschap, totdat, toen de verdrinking hen bereikte, Firaun zei < Ik geloof dat er geen god is dan Degene waarin de Kinderen van Israël geloven en ik behoor tot hen die zich hebben overgegeven (aan Allah). > (Allah zei) < Nu? Terwijl jij voorheen opstandig was en tot de verderfzaaiers behoorde? > Op deze dag dan redden Wij jouw lichaam opdat jij een Teken zult zijn voor hen die na jou komen. En voorwaar, velen van de mensen zijn zeker achteloos tegenover Onze Tekenen. > Q. 10:75-92

 

< En voorzeker, Wij hebben Musa gezonden met Onze Tekenen en duidelijke bewijzen. Tot Firaun en zijn vooraanstaanden. Toen volgden zij (de vooraanstaanden) het bevel van Firaun, terwijl het bevel van Firaun een onrecht was. Hij zal vóór zijn volk lopen op de Dag der Opstanding en hen naar de Hel voeren. De slechtste plaats is de plaats waarheen (dan gevoerd) wordt! > 11: 96-99

 

< Voorzeker, wij zonden Musa met Onze Tekenen, (zeggend) < Voer jouw volk vanuit de duisternissen naar het licht en herinner hen aan de dagen* van Allah. > Daarin zijn inderdaad Tekenen voor alle geduldige dankbaren. En (gedenkt) toen Musa tegen zijn volk zei < Gedenkt de Genade van Allah aan jullie toen Hij jullie redde van Firaun en zijn volgelingen, hij pijnigde jullie met de zwaarste foltering: zij slachtten jullie zonen af en lieten jullie dochters in leven. Daarin was een geweldige beproeving van jullie Heer. > En (gedenkt) toen jullie Heer bekend maakte < Als jullie dankbaar zijn, dan zullen wij zeker jullie (genietingen) vermeerderen. En als jullie ondankbaar zijn: voorwaar, Mijn bestraffing is zeker hard. > En Musa zei < Als jullie ondankbaar zijn, jullie allen die op aarde zijn: voorwaar, Allah is zeker Behoefteloos, Geprezen. > Q. 14:5-8

* 'De dagen van Allah': gebeurtenissen die tijdens de geschiedenissen van de voorafgaande volkeren plaatsvonden, zowel de voorspoed als de tegenspoed.

 

De straf van veertig jaar

< En (gedenkt) toen Musa tot zijn volk zei < O mijn volk, gedenkt de genieting van Allah voor jullie, toen Hij Profeten uit jullie midden voortbracht en jullie koninkrijken gaf en aan jullie gaf wat er aan niet één (volk) in de werelden gegeven was. O mijn volk, treed het Heilige Land binnen dat Allah jullie toegewezen heeft en keert het niet jullie ruggen toe, want anders zullen jullie als verliezers terugkeren. > Zij zeiden < O Musa, daarin is een heel sterk volk en wij zullen daarin nooit binnentreden totdat zij van daar vertrekken, en indien zij het verlaten, dan zullen wij (daar) binnentreden. > Twee mannen van degenen die (Allah) vreesden en aan wie Allah Zijn gunsten gegeven had, zeiden < val hen aan via de poort en wanneer jullie dan erdoor binnengetreden zijn dan zullen jullie waarlijk winnaars zijn. En stelt jullie vertrouwen op Allah, indien jullie gelovigen zijn. > Zij zeiden < O Musa, wij zullen daar nooit binnentreden zolang zij daarbinnen zijn. Gaat u maar en uw Heer, en vecht met u tweeën, voorwaar, wij zullen hier blijven zitten. > Hij (Musa) zei < O mijn Heer, ik heb alleen macht over mijzelf en mijn broeder; breng een scheiding aan tussen ons en het zwaar zondige volk. > Hij (Allah) zei < Het is daarom dat (het land) voor veertig jaren voor hen verboden wordt, (gedurende die periode) zullen zij rusteloos op aarde rondgaan. Treur daarom niet over het zwaar zondige volk. > Q. 5:20-26

 

< En voorzeker, Wij hebben Musa de Schrift (de Taurat) gegeven, waarna er onenigheid over bestond. En als er niet een Woord van jouw Heer vooruitgegaan was, dan zou er reeds tussen hen zijn geoordeeld. En voorwaar, zij verkeren daarover zeker in vergaande twijfel. > Q. 11:110

 

< Voorwaar (Wij zonden) Boodschappers over wie Wij jou waarlijk reeds verhaald hebben en (wij zonden) Boodschappers over wie wij jou niet verhaald hebben. En Allah voerde een gesprek met Musa. > Q. 4:164

 

 

Bronnen

Contact

< Zeg < Wij geloven in Allah en in wat er tot ons neergezonden is en in wat er neergezonden is aan Ibrahim en Ismail, Ishaq, Yaqoeb en de kinderen van Yaqoeb (al Asbath) en in wat er aan Musa, `Isa en de Profeten van hun Heer werd gegeven. Wij maken geen onderscheid tussen wie van hen dan ook en wij hebben ons aan Hem overgegeven. > Q. 3:84

 

De Taurat (Tora) geschonken aan Musa a.s.

< Toen gaven wij Musa de Schrift (de Taurat), ter vervolmaking (van de gunst) voor degene die het goede verrichten en als een uiteenzetting voor alle dingen en leiding en Barmhartigheid. Hopelijk zullen zij in de ontmoeting met hun Heer geloven. En dit is een Boek dat Wij hebben neergezonden als een zegen, volgt het daarom en vreest (Allah), hopelijk zullen jullie begenadigd worden. Opdat zij geen argument zullen hebben om te zeggen < de Schrift is slechts neergezonden aan de twee groepen (de Joden en de Christenen) vóór ons, en wij hebben zeker geen acht geslagen op hun leringen. > Of dat zij zeggen < Als de Schrift aan ons was neergezonden, dan zouden wij zeker rechter geleid zijn dan zij. > En nu is er dan voorzeker een duidelijk bewijs van jullie Heer tot jullie gekomen, en leiding en Barmhartigheid. En wie is er onrechtvaardiger dan wie van de Verzen van Allah loochent en zich ervan afkeert. Wij zullen degenen die zich van Onze Verzen afkeerden vergelden met de ergste bestraffing omdat zij zich plachten af te keren. Zij wachten slechts tot dat de Engelen tot hen komen of dat (de bestraffing) jouw Heer tot hen komt, of dat een aantal van de Tekenen van jouw Heer komt. Op de Dag dat een deel van de Tekenen van jouw Heer komt, zal het geloof van iemand niets baten wanneer hij daarvóór niet geloofde of niets goeds verrichte toen hij geloofde. Zeg (O Muhammed) < Wachten jullie, voorwaar, Wij zijn (ook) wachtenden. > Q6:154-158

 

< En (gedenkt) toen Wij Musa de Schrift (de Taurat) en de Foerqan[1] gaven, hopelijk zullen jullie de leiding volgen. En (gedenkt) toen Musa tot zijn volk zei < O mijn volk! Voorwaar, jullie hebben jezelf onrecht aangedaan doordat jullie het kalf (ter aanbidding) hebben genomen, wendt jullie daarom in berouw tot jullie Schepper en doodt dan jullie zelf[2], dat is beter voor jullie bij jullie Schepper. > Toen aanvaardde Hij jullie berouw. Voorwaar, Hij is de Meest Berouwaanvaardende, de Meest Barmhartige. En (gedenkt) toen jullie zeiden < O Musa, wij zullen jou niet geloven totdat wij Allah duidelijk (in Zijn ware gestalte) zien, > waarop de bliksem jullie greep, terwijl jullie toekeken. > Q. 2:53-55

[1] Kennis waarmee de Waarheid van de valsheid kan worden onderscheiden.

[2] Het doden van schuldigen door onschuldigen.

 

Een wonder van Musa a.s., het voedsel en het opstandige volk

< En (gedenkt) toen Musa water vroeg voor zijn volk, waarop Wij zeiden < Sla met je staf op de rots. > Toen ontsprongen daaruit twaalf bronnen. Waarlijk, elke stam kende zijn drinkplaat. Eet en drinkt van Allah`s voorzieningen. En doet geen kwaad op aarde als verderfzaaiers. En (gedenkt) toen jullie zeiden < O Musa! Wij verdragen het niet om van één soort voedsel te leven, roep daarom voor ons jouw Heer aan, opdat Hij voor ons voortbrengt van wat de aarde doet groeien van haar groenten, haar komkommers, haar knoflook, haar linzen en haar uien. > Hij zei < Willen jullie dat wat minderwaardig is, nemen in plaats van het betere? Gaat naar een ander land, en voorwaar, voor jullie zal er zijn wat jullie vroegen. > En er werd over hen vernedering en ellende gebracht en zij keerden terug onder de toorn van Allah. Dat was omdat zij Allah`s Tekenen plachten te verwerpen en de Profeten te doden, zonder het recht te hebben. Dit was omdat zij opstandig waren en overtredingen plachten te begaan. > Q. 2:60-61

 

Een wonder van Musa a.s., de koe

< En (gedenkt) toen Musa tot zijn volk zei < voorwaar, Allah beveelt jullie dat jullie een koe slachten. > zij zeiden < Maak jij ons tot (onderwerp van) bespotting? Hij antwoordde < Ik zoek bescherming bij Allah dat ik tot de dommen zou behoren. > Zij zeiden < Roep voor ons jouw Heer aan, opdat Hij ons duidelijk maakt wat voor een het moet zijn. Hij zei < Voorwaar, Hij zegt < Het is een koe die niet oud is en niet jong, maar van een leeftijd daartussen. Doe dan wat jullie bevolen is. > Zij zeiden < Roep voor ons jouw Heer aan, opdat Hij ons duidelijk maakt wat haar kleur is. > Hij zei < Hij zegt, dat het een koe met een heldere gele kleur is, die de toeschouwers verheugt. > Zij zeiden < Roep voor ons jouw Heer aan, opdat Hij ons duidelijk maakt wat voor koe het moet zijn. Voorwaar, voor ons lijken alle koeien op elkaar. En voorwaar, wij zullen, als Allah het wil tot de rechtgeleiden behoren. > Hij (Musa) zei < Hij zegt dat het een koe is die niet bestemd is om de aarde om te ploegen of de akkers te bevloeien, een gave, zonder vlek. > Zij zeiden < Nu ben je met de ware beschrijving gekomen. > Daarop slachtten zij haar, maar bijna hadden zij het niet gedaan. > En (gedenkt) toen jullie een mens doodden en met elkaar daarover redetwisten (over wie de moordenaar was), en Allah is de Onthuller van wat jullie plachten te verbergen. Toen zeiden Wij < Slaat hem (de dode) met een deel van haar (de koe). Zo deed Allah de doden herleven en toont Hij jullie Zijn Tekenen, hopelijk zullen jullie begrijpen. > Q. 2:67-73

* Een aantal Israëlieten beschuldigden elkaar van het vermoorden van een man. Allah beval toen het lijk met een gedeelte van de geslachte koe te slaan. Toen kwam de man weer tot leven en vertelde wie hem had vermoord.

 

Het onrechtplegende volk van Musa a.s.

< En voorzeker, Wij hebben Musa het Boek gegeven en Wij deden na hem de Boodschappers volgen. En Wij gaven `Isa, de zoon van Meryem de duidelijke bewijzen. En wij versterkten hem met de heilige Geest (Djibril). Is het dan zo dat telkens wanneer er een Boodschapper tot jullie kwam met wat niet in overeenstemming was met jullie begeerten, jullie hooghartig werden en jullie een aantal van hen loochenden en een aantal doodden? > Q. 2:87

 

< En (gedenkt) toen Wij Musa veertig nachten beloofden, toen namen jullie het kalf aan (ter aanbidding) na hem, en jullie waren onrechtplegers. > Q. 2:51